Aan de vooravond van zijn optreden als 'artist in residence' van het
Festival Oude Muziek Utrecht 2007, pleit barokmusicus Ton Koopman voor
verregaande steun aan jonge ensembles die in de oude muzieksector
werkzaam zijn.
Koopman: 'Die staan vrijwel volledig in de kou, krijgen
nauwelijks of geen kansen om aan de slag te gaan. Wat dan ook meteen
gevolgen heeft voor de ontwikkeling van de oude muziek als geheel. Ik
maak mij hier grote zorgen over.'
De hoogleraar musicologie
uit Leiden en dirigent van het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir
(ABOC) zal donderdag aanstaande in Utrecht een masterclass voor
barokensembles leiden.
Dit is een concrete, praktische stap op
weg naar een Plan voor de Oude Muziek: een idee van Ton Koopman, dat
hij vorig jaar lanceerde.
De ABOCdirigent vestigde toen de
aandacht op de penibele situatie waarin de oude muziek - Koopman: 'een
van de levendigste en aantrekkelijkste sectoren van de serieuze
kunsten' - zich bevindt.
Een mening die gedeeld wordt door de rijksoverheid, getuige eerdere uitlatingen van de ministeries van OCW en EZ.
Ton Koopman:
'Er kan en moet veel verbeterd
worden in de oude muziek. Ik noem maar een voorbeeld: bij het toekennen
van subsidies blijken jonge ensembles in de oude muziek meestal buiten
de boot te vallen. En als ze al geld krijgen, dan niet of nauwelijks
voor het noodzakelijk onderzoek van historische bronnen en al evenmin
voor het bekostigen van het grondig en vaak repeteren.
In het nieuwe Kunstenplan moet dit echt -en goed- geregeld gaan worden.
Want willen jonge generaties musici de stok van de oude garde
overnemen, dan moeten ze daartoe wel concreet in staat worden gesteld.'
'Ik
pleit er echter wel voor om dat geld niet zómaar aan jonge
muziekgroepen weg te geven. Er moet een begeleidingsgroep komen van
ervaren oude muziekspecialisten en concertprogrammeurs die deze groepen
actief gaat volgen, adviseren en stimuleren.'
In de lucht
'Tijdens
mijn tournee's door binnen- en buitenland, als juryvoorzitter of als
docent van een masterclass, kom ik veel te vaak tegen dat jonge
barokensembles wel naar beste weten en kunnen musiceren. Maar wat het
begeleiden van hen als groep betreft volstrekt in de lucht hangen. Ze
varen een artistieke koers die onhelder is of op puur toeval is
gebaseerd, wat uiteindelijk nadelig uitpakt op ieders motivatie en op
de artistieke resultaten.'
'Tijdens de uitreiking aan mij
van de Bachmedaille in 2006 in Leipzig speelde, tussen de bedrijven
door, een trio van jonge musici. Na afloop benaderden ze mij of ik, ook
naar aanleiding van wat ik gezegd had over oude muziek, met hen eens
aan de slag zou willen gaan, om van mijn inzichten te profiteren. Hun
honger was reëel merkte ik. En de ontmoeting heeft later, in Lübeck,
inderdaad plaatsgevonden. Maar dat heeft mij toen wel aan het denken
gezet.'
Het Plan voor de Oude Muziek zal in de loop van
het seizoen 2007-2008 worden gepresenteerd. Een werkgroep - waarin
(onder andere) zitting hebben Frans de Ruiter, Jan van den Bossche,
Huub van Dael en Martijn Sanders - werkt eraan.